Diogenessyndroom: verzamelwoede en sociale isolatie

Mensen met het Diogenessyndroom stouwen hun woning vol met een overvloed aan afval en allerhande voorwerpen. Dat maakt hun woning ongezond om in te wonen en zelfs gevaarlijk (brandgevaar). Bovendien zonderen ze zich af en weigeren ze elke vorm van hulp.

          
Het Diogenessyndroom herkennen

Het Diogenessyndroom wordt gekenmerkt door: 

  • een verwaarlozing van de lichaamshygiëne en de woning (onverzorgdheid);
  • een opeenstapeling van voorwerpen; het lijkt op een obsessief-compulsieve stoornis. Er worden voorwerpen zoals kranten, lege dozen, voedingsmiddelen of afval (verzamelstoornis) verzameld;
  • het ontkennen van de realiteit en een gebrek aan gevoel van schaamte over de levensomstandigheden;
  • sociaal isolement;
  • het weigeren van alle hulp die als opdringerig wordt ervaren. 

Er bestaat een “actieve” vorm van het Diogenessyndroom. Dat zijn de mensen die alles wat ze buiten vinden in hun woning verzamelen. Dan heb je de “passieve” vorm, namelijk de mensen wier afval overheersend wordt. 

Risicoprofiel 

Het Diogenessyndroom kan soms voorkomen bij jonge mensen, maar treft hoofdzakelijk personen ouder dan 60 en meer specifiek mensen tussen 70 en 80 jaar oud. Twee keer meer vrouwen dan mannen lijden aan het syndroom. Een gedeeltelijke verklaring hiervoor is de hogere levensverwachting van vrouwen en het feit dat ze dikwijls alleen achterblijven na het overlijden van hun echtgenoot.
Het syndroom steekt het vaakst de kop op bij oudere mensen die voorheen actief waren en die ophouden zichzelf te verzorgen. Deze mensen isoleren zich, worden wantrouwig en sluiten zich af van de realiteit. 
In 75% van de gevallen leeft de persoon alleen. Slechts 10% van de personen die eraan lijden zijn koppels.
Dit syndroom komt voor in alle sociale klassen. Je komt het tegen in de stad, op het platteland, in een huis of een appartement. Tot slot leeft de ene teruggetrokken, maar slaagt de andere erin om buitenshuis een min of meer normaal sociaal leven te leiden. 

De oorzaken

In de helft van de gevallen ligt een aandoening aan de basis: voor de jongsten is dat schizofrenie en voor de ouderen is dat frontotemporale dementie, wat lijkt op de ziekte van Alzheimer.
Bij de andere helft kunnen psychologische stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen of traumatische levenservaringen zoals het overlijden van een naaste, een rouwperiode, het verlies van hun baan of sociaal statuut de situatie in een stroomversnelling brengen.
 
De risico’s 

  • Biologische risico’s door bacteriën en schimmels, insecten, dieren en ongedierte (infecties, allergieën of beten).
  • Chemische risico’s door giftige producten, bedorven voedingsmiddelen en vervuild water, CO-vergiftiging.
  • Brandgevaar door de ophoping van papier en een niet onderhouden elektriciteitsnetwerk.
  • Risico’s gerelateerd aan ongezonde voeding en dehydratatie.
  • Psychosociale risico’s zoals de mogelijke aantasting van de gezondheid en de mentale toestand, spanningen met de buurt, voornamelijk door misselijkmakende geur. 

Moeilijk om op te sporen 

Zulke mensen leven afgezonderd en weigeren over het algemeen elke vorm van hulp. Het is dus zeer moeilijk om te weten hoeveel mensen precies aan het syndroom lijden. Naar schatting lijdt één persoon op 2.000 bij 60-plussers eraan.
Men ontdekt meestal toevallig hoe deze mensen leven, wanneer ze door de extreme situaties als gevolg van hun levensstijl (brandwonden, intoxicatie of onderkoeling) in het medische circuit belanden. Vaak slaat de buurt alarm. Er komen klachten over de geurhinder, over een invasie van ongedierte zoals kakkerlakken of naar aanleiding van een brand of een overstroming. 

Nadat de woning van de persoon volledig is schoongemaakt, is er medisch-sociale en psychologische begeleiding nodig om de persoon te helpen om weer voeling te krijgen met de realiteit en om iets te doen tegen de neiging om voorwerpen te verzamelen.

© Secunews – https://www.secunews.be